Dinah Bons (53), fractievoorzitter van Amsterdam Bij1, blikt terug op haar turbulente eerste jaar. De eerste trans vrouw in de Amsterdamse gemeenteraad strijdt als ervaringsdeskundige voor de veiligheid van sekswerkers, terwijl haar fractie worstelt met interne conflicten. “Raadsleden snappen niet dat wat er achter de deur van peeskamers gebeurt niet alleen platte seks is.”
Het was een unicum in de Amsterdamse politiek: voor het eerst werd vorig jaar september een trans vrouw geïnstalleerd in de Amsterdamse gemeenteraad. Dinah Bons werd niet veel later ook fractievoorzitter van de Amsterdamse Bij1 – een van de grote winnaars van de gemeenteraadsverkiezingen in 2022.
Maar het was politiek ook een onrustig jaar. Een ruimte verderop zit Carla Kabamba, die vorig jaar vertrok uit de partij na interne ruzies. De eigenlijke leider, Jazie Veldhuyzen zit al bijna een jaar ziek thuis en moet deze zomer bepalen of hij terugkeert en daarmee Bons’ plek inneemt. Het bestuur van de partij is afgetreden. En tussen Bons en nummer drie Nilab Ahmadi botert het niet altijd.
Het kost haar energie, zegt Bons, maar gelukkig heeft ze genoeg andere zaken in het leven waar ze zich aan vasthoudt en die haar afleiden. Ze houdt zich bezig met gezondheidszorg voor trans mensen, heeft bestuursfunctie bij ngo’s als Trans United Europe en Global Sex Workers Project en kijkt als bestuurslid van de landelijke Bij1 al vooruit naar de verkiezingen in november.
Deze maand had ze ook nog op de planken moeten staan. Ze is onderdeel van de muziektheaterperformance Cheikhats, ritueel voorbij het binaire denken, onder leiding van Adelheid Roosen en Ola Mafaalani. Een opvoering met zang en percussie over de liefde, dood en stereotiepe opvattingen over gender, die eindigt met een hypnotiserende dans.
Maanden heeft u daarvoor gerepeteerd.
“Echt, fucking hell hoor… Dat ik dan net deze week zo’n heftige astma-aanval heb waardoor ik er niet bij kan zijn. Zo jammer. Het is een stuk over mijn eigen leven. Over het begin van mijn transitie, toen ik een Marokkaans vriendje had. Ik kwam bij hem thuis over de vloer in nikab. Dat heb ik zo’n zes jaar gedaan, begin deze eeuw.”
Zonder dat zijn familie wist dat u man was en in een transitie ging naar vrouw?
“Ik denk niet dat ze het doorhadden, maar je weet het nooit. Die moeder is natuurlijk niet achterlijk. Ik denk dat ik werd gedoogd binnen een heel conservatieve omgeving. Het was wel een antropologische ervaring. Van binnenuit leerde ik wat de positie is van een vrouw die leeft in een religieuze setting. Mannen hebben alle ruimte om dingen te doen, terwijl ik moest bellen of ik naar buiten mocht.”
Die periode moet ook veel spanningen hebben opgeleverd.
“En aan de andere kant heeft het me veel geleerd en moois opgeleverd, namelijk dat er meer mensen zijn zoals ik. Samen met een vriend ben ik daarna begonnen met het aanbieden van workshops op het gebied van gender en religie. We lieten zien dat er in de Koran wel degelijk staat dat er perspectief is op een derde geslacht. Of dat homoseksualiteit daarin echt wel beschreven staat als iets liefdevols. Dat is een beweging die ik daarmee in Nederland op gang heb gezet.”
Waarom is die relatie voorbijgegaan?
“Na mijn transitie was er geen seksuele aantrekkingskracht meer. Hij zei dat als de penis weg was, het voor hem wel klaar was. Zo ging het ook.”
En de emotionele verbinding?
“Achteraf zie ik toch dat het veel meer ging over erotiek en seksualiteit. Ikzelf zat toen ook in de ‘parkeertijd’ – een wachtruimte met in het vooruitzicht een operatiedatum. Dat zit allemaal in het theaterstuk. Ik hoop dat ik het later nog ergens mag spelen en dat we ermee naar Marokko kunnen.”
U kwam in de gemeenteraad nadat Jazie Veldhuyzen zich in september ziek had gemeld. Maar eigenlijk had u hier al moeten zitten, als Nilab Ahmadi door Bij1-leden niet hoger op de kieslijst was gezet.
“Het is prima dat mensen omhoogschieten, maar ik vind het wel problematisch dat Jazie leden aanspoorde om op Nilab te stemmen. Hij had als leider een neutrale houding moeten hebben.”
Neemt u het hem kwalijk?
“Niet helemaal. Hij is daarna ziek geworden, en het is duidelijk dat rondom hem wel meer speelde. Ik vind het wel jammer dat het zo’n enorme strijd heeft opgeleverd binnen de partij, die tot op de dag van vandaag wordt gevoerd.”
Neemt u het Ahmadi kwalijk?
“Ik neem in principe niemand iets kwalijk, maar we moeten als partij beter nadenken hoe we een kandidatenlijst opstellen. Zit iemand hier puur vanwege de idealen van de partij of omdat iemand zelf iets wil?”
U merkt bij Ahmadi dat ze hier vooral voor zichzelf zit?
“Dat merk ik bij heel veel mensen in de partij.”
Na de verkiezingen kregen nummer twee Carla Kabamba en Ahmadi ruzie.
“Het hele fractiebudget was door Jazie opgemaakt aan mediators om die twee bij elkaar te houden. Daarna konden we niet eens meer punaises kopen. Maar ik begrijp dat Carla’s grenzen overschreden zijn als je niet ziet dat een zwart iemand in een politieke setting twee keer zo hard moet hollen om iets voor elkaar te krijgen.”
Toch koos u vorig jaar de kant van Ahmadi door het fractievoorzitterschap op te eisen.
“Ik heb gekozen voor de partij. Voor onze partij was het duidelijk dat er een andere politiek zou komen als Carla Kabamba leider zou worden. Die hangt toch meer aan de rechterkant, zoals we nu zien rondom de knip die ze wil stoppen of de aandacht naar kerken.”
Waren die verschillen onoverbrugbaar? Kabamba is immers als nummer twee op de kieslijst van Bij1 gekomen.
“Dat is wat ik net zei: bij de volgende verkiezingen moeten we beter kijken wat onze ideologie is en of het past binnen de partij. Intersectionele politiek is ingewikkeld, want het betekent dat je met allerlei verschillen de bühne op moet en zonder belangen. Het is een dure les voor ons.”
Inmiddels zit Bij1 met de situatie dat raadslid Ahmadi al maanden afwezig is.
“Klopt. We bellen af en toe, maar het is vervelend dat ik er bij een raadsdebat alleen voor sta zonder dat ze het vooraf laat horen.”
Ook in de commissies is ze er niet.
“Ik probeer het te managen, maar dat kan je tot op een bepaalde hoogte doen. Als er te veel mentale problemen bijkomen, kan ik het niet met mijn capaciteiten en kennis oplossen. Het afgelopen jaar heb ik binnen de partij genoeg psychiatrie gedaan, maar dat kan ik niet continu doen.”
Uw geduld is op met Ahmadi?
“Misschien niet op, maar ik denk dat het belangrijk is dat Nilab reflecteert en ziet dat dit misschien niet de beste plek voor haar is. Ze is ongelofelijk goed in activisme en dingen aankaarten. Misschien is ngo- of societywerk meer iets voor haar. Je kan individueel veel meer doen.”
Veldhuyzen kan in augustus terugkeren. Voelt het wrang dat u dan uw plek moet afstaan?
“We weten nog niet of hij terugkomt, maar als hij mijn plek weer inneemt, wordt het ook spannend voor de partij. Zowel hij als Nilab hebben niet echt contact met de partij en we weten niet of ze door willen met Bij1. We weten dan niet goed welke kant het met de partij opgaat.”
Naast uw raadslidmaatschap zet u zich in voor de belangen van sekswerkers. Vanuit die hoek wordt nu vaak gezegd dat ze tegen een erotisch centrum zijn, maar Bij1 zegt dat nog niet.
“Bij een debat in Pakhuis de Zwijger heb ik al gezegd dat we tegen een heel groot centrum zijn. We zijn wel voor een lhbtq-plek waar de kwetsbaarste sekswerkers kunnen werken. Op de Jodenbreestraat boven de Albert Heijn kan dat bijvoorbeeld. Die ruimte is in het bezit van de gemeente en vroeger zat daar de afdeling diversiteit.”
Specifiek voor lhbtq-gemeenschap?
“En voor mensen die willen webcammen, of vrouwen die sekswerk willen doen dat niet op de Wallen kan. Het moet een centrum zijn voor diegenen die niet op de Wallen kunnen werken. We willen de Wallen ook zo laten en geen ramen sluiten.”
In een commissiedebat zei u eerder: “Ik ben hier niet voor de bewoners.”
“Ik had beter kunnen zeggen: ik ben hier niet voor Els Iping, de vroegere stadsdeelvoorzitter van het Centrum. Els woont zelf dichter bij de Stopera dan op de Wallen. De bewoners van de groep Stop de Gekte zijn ook vaak mensen die niet op de Wallen wonen. Ik laat naar dat soort bewoners gewoon niet zo mijn oren hangen.”
Zelf heeft u ook een tijd gewerkt als sekswerker.
“Ik heb op de Wallen gewerkt, heel veel straatwerk gedaan, in clubs gewerkt. Vanaf mijn achttiende. Nou eigenlijk vanaf mijn zeventiende, maar dat kun je natuurlijk niet zeggen in een krant. Tot vorig jaar heb ik nog actief sekswerk gedaan. Dat was vooral in Parijs, tijdens de lockdowns. Sekswerk is een metier dat ik altijd bij me heb en altijd kan doen. Met de klanten heb ik bijzondere relaties opgebouwd. Ik heb het privilege dat ik ze lang ken en dat ik niet achter de ramen hoef te staan.”
Hoe vindt u dat de raad naar sekswerk kijkt?
“Ze snappen niet dat wat er achter een deur gebeurt niet alleen platte seks is. In peeskamers komen ongelofelijk kwetsbare jongens binnen die buiten onwijs stoer zijn, maar hier leren om met hun seksualiteit om te gaan. Ze kunnen hun grenzen verleggen. Dingen die ze eigenlijk stiekem in hun fantasie willen, mogen hier wel. Daarmee haal je een ongelofelijke druk uit de maatschappij. Het heeft een functie. Ik vind het echt ongelofelijk dat hier vaak zo bagger over wordt gepraat door raadsleden.”
Raadslid Daan Wijnants (VVD) zei tijdens een commissiedebat dat u hier niet over mocht praten, omdat er sprake was van belangenverstrengeling.
“Hier zie je dat het stigma en het denken over groepen ook op deze manier wordt besproken in de raad. Ik ben na dit debat wel even naar Halsema gelopen. Dit trek ik niet, zei ik tegen haar. Ik kom door alle geloofsbrieven heen om dit raadswerk te doen. Ik sta hier toch niet als het niet kan?”
Wat zei burgemeester Halsema?
“We zoeken juist mensen die kennis hebben uit een veld dat soms zo ver weg staat van onze realiteit. Dat zijn juist de rafelranden die we moeten hebben. Ze is het ermee eens dat ik deze ervaringen juist moet vertellen. Het zou hetzelfde zijn als dat je een leraar in de raad hebt en dat die niet over onderwijs mag praten.”
Zegt u in zo’n gesprek met Halsema ook: stop met de plannen voor het erotisch centrum?
“Nee. Ieder heeft zijn eigen vak en eigen uitgangspunten. Maar ik zal wel altijd duidelijk maken dat we moeten luisteren naar de mensen over wie het gaat. Als 80 procent van de mensen met goede onderbouwing zegt dit niet te doen, dan vind ik dat we daar naar moet luisteren.”
Als het politieke seizoen in september weer begint, waar bent u dan?
“Dan ga ik keihard het debat voeren over het erotisch centrum. Ik wil hoe dan ook blijven als commissielid.”
Bron: Parool.nl