Is sekswerk misbruik of gewoon een vak? Het boek ‘De vrouw de baas’ gaat op zoek naar een antwoord

Is sekswerk criminele vrouwenuitbuiting? Of ‘leuk werk, waarbij iedereen je mooi vindt’? Journalist Marijn Heemskerk zoekt naar een feministische kijk op prostitutie – en doet dat zonder vooroordelen. Hieronder lees je een recensie van de Volkskrant over het boek.

Een paar jaar geleden zag ik Good Luck to You, Leo Grande, een Britse film over een vrouw van begin zestig, weduwe, die moed heeft verzameld om een afspraak te boeken met een sekswerker. Zij heeft in haar lange huwelijk nooit van seks genoten; hij is een lieve, beeldschone jongen die haar op haar gemak stelt.

Ze hebben een mooi gesprek, en uiteindelijk seks, waarbij zich voor Nancy het wonder van het orgasme voltrekt. Aan het eind van de film kijkt zij voor het eerst zonder schaamte naar haar naakte lichaam in de spiegel. Hartverwarmend.

De film werd geprezen om de humor en het vrouwelijke perspectief op lust en lichamelijkheid – terecht. Ik vond nog iets opmerkelijk: de vanzelfsprekende manier waarop betaalde seks als een vriendelijke, respectvolle ontmoeting tussen twee mensen wordt verbeeld.

Niet vernederend

Ik vroeg me af: zou dat niet altijd zo kunnen, ook als een man afnemer is en de vrouw aanbieder? Of tussen twee mannen of twee vrouwen? Een ‘gewone’, tevreden stemmende transactie, zonder morele lading of bijsmaak van verdorvenheid en uitbuiting? Of was ik nu naïef?

Good Luck to You, Leo Grande wordt niet genoemd in De vrouw de baas van Marijn Heemskerk, een zoektocht naar ‘een feministische kijk op prostitutie’ waarbij zij alle uithoeken van de branche verkent, maar had er goed in gepast. Hoe feministisch is deze film? Romantiseert hij, zoals enkele Britse critici schreven, de gevaarlijke, criminele seksindustrie? Verdoezelt hij de ongelijke verhoudingen?

Het gaat immers om een rijke witte dame en een jongen van kleur met moeilijke familierelaties. Maar tijdens de ruzie die de twee ook krijgen, zegt Leo dat hij wil dat zijn vak serieus wordt genomen: het is werk, waarin hij steengoed is. Niks vernederend, juist die aanname vindt hij laatdunkend.

Per definitie uitbuiting

Tussen die twee polen beweegt zich al jarenlang de discussie over sekswerk, en vooral het feministische discours. Aan de ene kant zijn er de principiëlen, voor wie prostitutie per definitie uitbuiting en vrouwenmisbruik is, een vorm van moderne slavernij, waarbij pooiers en mensenhandelaren zich verrijken ten koste van kwetsbare vrouwen die geen andere keus hebben. Lijnrecht daartegenover staat de opvatting dat je door sekswerk legaal te maken het uit de criminele sfeer haalt en de werkers beschermt tegen misbruik. Het kan een gewoon, lucratief beroep zijn, waarvoor mensen vrijwillig kiezen.

Voor mij als ontwakend feminist, eind jaren zeventig van de vorige eeuw, was het kraakhelder: je moest de kant van de zelfbewuste prostituees kiezen, dát was pas vrouwensolidariteit. Niet de moraalridder uithangen die ze op het rechte burgermanspad wilde dwingen. Deze mensen werkten hard voor hun geld en verdienden bescherming en eerlijke betaling. Het was de tijd van de ‘Hoerencongressen’ en later vakverenigingen als De Rode Draad, die pleitten voor normalisering van het beroep.

Zweden: de klant is strafbaar

De richtingenstrijd is nog steeds niet uitgewoed. De zoektocht van Heemskerk, journalist, onderzoeker en oud-advocaat, beweegt zich tussen de twee standpunten, waarbij ze zich uitstekend informeert en documenteert, en met veel betrokkenen praat. Ze gaat er met een open geest en hart in, zonder vooroordelen, en bezoekt dapper bordelen en afwerkplekken. Daarvan doet ze nuchter verslag, betrokken bij de problemen die ze ziet, maar nooit larmoyant.

Twee landen geven een voorbeeld van mogelijk overheidsbeleid. In Zweden is sinds 1999 niet de sekswerker, maar de klant strafbaar; niet het verkopen van seks is illegaal maar het kopen. Prostitutie verdwijnt dan vanzelf, is de gedachte. Nieuw-Zeeland pakte het in 2003 totaal anders aan: daar werd sekswerk volkomen gedecriminaliseerd; sekswerkers hebben er dezelfde rechten als anderen, zijn sterk georganiseerd en worden beschermd door politie en justitie. ‘De cijfers lijken te suggereren’, schrijft Heemskerk voorzichtig, ‘dat [mensenhandel] minder voorkomt dan in Nederland.’

Maar het Zweedse model is populairder: ook Noorwegen, IJsland, Ierland, Canada en Frankrijk hebben het ingevoerd. In 2023 werd en EU-resolutie aangenomen die verklaart dat prostitutie ‘onverenigbaar is met de menselijke waardigheid’. Grote woorden. Maar mensenhandel komt in Zweden nog steeds voor en prostitutie ook, via advertenties.

IJzersterke argumenten

In Nederland vergunningenland zitten we er zo’n beetje ertussenin. In 2000 werd het bordeelverbod opgeheven; bordeelhouders zouden normale werkgevers worden. Maar sekswerkers werden geen werknemer. Ze dragen wel de lasten, maar niet de lusten van werknemerschap: geen verzekeringen of doorbetaling bij ziekte, geen cao. De mensenhandel ging onverminderd door, ook in bordelen met vergunning.

Heemskerk ‘zwiebelt’ tussen de twee standpunten, en wij zwiebelen mee; voor beide bestaan ijzersterke argumenten. De meerwaarde van dit boek zit voor mij in de gesprekken met sekswerkers en klanten. Die laten zien dat iedereen een eigen, aannemelijk verhaal heeft dat vertelt hoe ze in deze wereld terechtkwamen. Nancy, bijvoorbeeld, die haar werk ‘leuk’ vindt: ‘Iedereen vindt je mooi, je krijgt complimenten.’ Vervelende, gevaarlijke mannen ‘zijn echt uitzonderingen’.

Te verlegen voor onbetaalde seks

Esther, die zegt dat ze zonder dit werk nooit de hulpverleners was tegengekomen die haar van haar verslaving afhielpen. Lex, die een escortbureau runt voor vrouwen die aarzelen of ze lesbisch zijn. Sommige klanten zijn te verlegen voor onbetaalde seks. ‘Als je een relatie hebt, dan moet je ook betalen. Ja toch, of niet?’

Het zijn de sekswerkers die me uiteindelijk richting ‘Nieuw-Zeeland’ trekken. ‘Gewoon’ wordt sekswerk misschien nooit door iedereen gevonden. Maar sekswerk is wel onuitroeibaar. Niet het morele oordeel van de beleidsmakers, maar de veiligheid van sekswerkers en hun vrijwillige keuzes moeten leidend zijn. Elk slachtoffer van uitbuiting is er een te veel, maar een hele beroepsgroep ongevraagd tot slachtoffer bestempelen is ronduit denigrerend. ‘Leo’ heeft gelijk.

Bron: Volkskrant.nl