Gastvrouw Rebecca zet een kop senseokoffie neer. “Zo, jongeman. Wil je een koekje bij de koffie?” Ze heeft net een tour gegeven van privéhuis La Cloche aan de Amsterdamsestraatweg. Het ruikt naar wasmiddel. “De wasmachines draaien weer de hele dag door.” Na elke klant gaat het beddengoed in de machine.
Vandaag mogen sekswerkers voor het eerst sinds december weer aan het werk na een maandenlange coronastop. Terwijl andere contactberoepen weer van start mochten, bleven sekswerkers gedwongen thuis. “Hé, mooie meid”, roept Rebecca enthousiast als ze een van de vrouwen binnenlaat. “Hoe gaat het? Met mij goed, maar ik heb wel Netflixbillen gekregen van al het zitten.”
Het Utrechtse bordeel is een klein doolhof met gedempt licht. Op de vloer ligt rode vloerbedekking en aan de muur hangt behang met Franse lelies. Naast een kleine ontvangstruimte direct naast de ingang zijn er zeven werkkamers, een piepklein kantoortje, een huiskamer met grote banken waar vrouwen die geen klant hebben kunnen wachten, een keuken en een ruimte met kledingkluisjes.
In de put
Eigenaar Raymond is te laat. “Ik zat achter een rouwstoet, en inhalen vond ik zo asociaal.” Hij heeft smalle pretoogjes, zijn kleding is onopvallend op zijn blauwe puntschoenen van nepkrokodillenleer na. “Je had zeker grote kettingen verwacht?”
Raymond klaagt voor de vorm even over zijn coronakilo’s maar neemt dan toch een van de gevulde koeken die Rebecca heeft gebracht. “Alleen het nootje eet ik niet, die lust ik niet.” De extra pondjes zijn niet zijn grootste zorg tijdens de crisis. Hij heeft de afgelopen maanden in de put gezeten, mag je best weten.
Zijn bordelen in Amersfoort en Utrecht moesten dicht, net als zijn sm-studio in Almere. Dat betekent geen inkomen en de kosten liepen door. Zijn opgebouwde spaargeld verdampte voor 85 procent. “Ik heb nog een droom om in het buitenland te gaan wonen en het rustiger aan te doen, meer te genieten. Die heb ik voorlopig even losgelaten.”
Leven in de pretoogjes
Vorige week kwam dan eindelijk het verlossende woord van demissionair premier Rutte. “Toen die persco kwam, was ik alleen thuis. Ik voelde de tranen opkomen. Ik liet de spanning eindelijk een beetje los.” Zijn vrouw zag het ook meteen: er zit weer leven in de pretoogjes van Raymond.
Gastvrouw Rebecca dirigeert Raymond tijdens zijn verhaal uit een van de werkkamers. Een van de meiden heeft de ruimte nodig voor een klant. “Ga maar naar de sm-ruimte.” In de hoek van die ruimte staat een wit apparaat dat uit een sportschool lijkt te komen. Een spreidstoel, legt Raymond uit. De sm-meesteres kan haar klant daar op laten zitten en zijn armen vastketenen.
“De meiden” staan bij La Cloche op één, zullen Rebecca en Raymond allebei meerdere keren zeggen. Via beveiligingscamera’s kunnen ze in de woonkamer zien welke klant er binnenkomt. En weigeren mag altijd. “Maar ook weer niet tien keer op een dag”, voegt Raymond toe.
‘Geld staat op één’
Een van die meiden heeft kort de tijd om te praten en ploft neer op het hemelbed in de sm-kamer. Een grote bos krullen stuitert mee, in haar neus zit een artistiek ringetje en ze heeft een vrolijke, open blik. Ze wil haar naam liever niet vertellen, want hoewel haar vrienden op de hoogte zijn dat ze sekswerker is, hoeft haar familie dat niet te weten. “Er zit toch een stigma op dit werk.”
“Ik hou van de vrijheid en dat ik mijn eigen tijd kan indelen”, vertelt de vrouw. “Je verzorgt een fantasie op maat en bent eigenlijk een soort actrice. Maar het geld staat op één.”
“Lieffie, je hebt de hele dag vol met afspraken”
Sinds juli 2020 werkt ze bij La Cloche. Ze was net een paar maanden aan het werk toen de overheid sekswerk verbood vanwege de coronapandemie. Daar heeft ze geen last van gehad. “Ik hou ook van reizen.” En dus zat ze veel in het buitenland.
Ze werkt nu maar één dag. Morgen vertrekt ze weer naar het buitenland met een kunstcollectief. Behalve reizen is haar passie ‘iets met kunst’. door het sekswerk hoeft ze zich geen zorgen te maken over geld en kan ze verder doen wat ze wil. Met één werkdag verdient ze een paar honderd euro. Dan komt Rebecca binnen. “Lieffie, je hebt een afspraak. Je hebt de hele dag vol met afspraken.”
‘Ik leef weer’
Het optimisme over de coronacrisis van de vrouw uit de kunstenaarswereld is een uitzondering, zegt Raymond. Twee van de vrouwen die bij hem werken, zijn hun huurwoning kwijtgeraakt. “Die wonen weer bij hun ouders, terwijl ze toch in de dertig zijn.” Veel andere vrouwen hebben een andere baan gevonden, bij de GGD of in een fabriek. Sommigen komen terug, anderen niet. Dat betekent dat Raymond in Utrecht nog wel wat vacatures heeft.
De telefoon van de bordeelhouder gaat ondertussen continu. Het zijn vrienden die hem in een interview op Radio M Utrecht hebben gehoord, vrouwen met vragen en andere werkgerelateerde berichtjes en telefoontjes. “In Amersfoort is een dame de hele dag volgeboekt maar niet op komen dagen en ze neemt haar telefoon niet op. Dat geeft wel stress.” Maar na maanden stilzitten, is die spanning welkom. “Ik leef weer.”
Bron: rtvutrecht.nl