GroenLinks en ChristenUnie blikken terug op twintig jaar legale prostitutie: ‘Het heeft de belofte niet kunnen waarmaken’

Twintig jaar geleden werd het bordeelverbod opgeheven Kamerleden Niels van den Berge (GroenLinks) en Stieneke van der Graaf (ChristenUnie) over twintig jaar legale prostitutie en de toekomst van sekswerk.

Vandaag (1 oktober) precies twintig jaar geleden werd het bordeelverbod in Nederland opgeheven. Het aanbieden en kopen van seksuele diensten werd legaal. Maar vandaag de dag wordt in het parlement weer volop gediscussieerd over prostitutie. GroenLinks en de ChristenUnie staan lijnrecht tegenover elkaar in dat debat. Toch zijn ze het over één ding eens: de opheffing van het bordeelverbod heeft de beloftes niet waargemaakt.

“Als je mij nu vraagt: kijk je tevreden terug op de afgelopen twintig jaar, dan zeg ik nee, ik zie nog grote uitdagingen”, zegt GroenLinks Kamerlid Niels van den Berge. Zijn partij was twintig jaar geleden een groot voorstander van de opheffing van het bordeelverbod. Van den Berge: “Mijn partij zag de opheffing van het bordeelverbod als een belangrijke stap in het decriminaliseren van sekswerk en het versterken van de rechten van de sekswerkers. Het was een historische stap die past in de visie van GroenLinks. Toch is het lang niet helemaal gelukt. Er zijn veel sekswerkers die niet ingeschreven kunnen staan bij de Kamer van Koophandel, omdat ze geen vergunning krijgen van de gemeente, waardoor ze nu bijvoorbeeld ook buiten de coronasteun zijn gevallen.”

Waarom is de ChristenUnie juist fel tegen legalisering van de prostitutie?
Stieneke van der Graaf: “Wij zijn nooit een voorstander geweest van het legaliseren van prostitutie, omdat het in de kern gaat over machtsongelijkheid. Machtsongelijkheid tussen man en vrouw, tussen rijk en arm, tussen mensen in een comfortabele economische positie en mensen uit lagelonenlanden. Het idee dat je voor een tientje je lichaam aan iemand anders ter beschikking stelt is een achterhaald idee.

“Twintig jaar geleden noemde Femke Halsema de opheffing van het bordeelverbod ‘feestelijk’ en ‘een belangrijk moment in de emancipatie van de prostituee’. Dat ook GroenLinks nu zegt: het heeft niet gebracht wat we ervan hebben verwacht, vind ik een moment om te markeren. Het doel van de opheffing van het bordeelverbod was om misstanden tegen te gaan. Maar het illegale deel van de prostitutie is niet verkleind, maar juist vergroot. En ook in het legale deel is sprake van misstanden. Dat het prostitutiebeleid in Nederland een totale mislukking is, kan iedereen zien. Ik denk dat het een winstpunt is dat het nu zo ruiterlijk wordt erkend.”

Is dat zo? Ziet GroenLinks dit ook zo?
Van den Berge: “Het prostitutiebeleid is mislukt? Nee, daar ben ik het niet mee eens. Net als Femke Halsema twintig jaar geleden zie ik dat er nog vele problemen moeten worden geslecht. Maar sekswerk is meer dan het karikaturale beeld van een man van middelbare leeftijd die geld uitgeeft om met een jong meisje seksuele handelingen te verrichten. Het gaat bijvoorbeeld ook om mensen met een beperking die op zoek zijn naar intimiteit. Misstanden zijn er, mensenhandel bestaat. De vraag is: hoe pak je dat effectief aan?”

De ChristenUnie is voorstander van het Zweedse model, waarin het kopen van seks strafbaar wordt gesteld. Wat vindt u hier goed aan?
Van der Graaf: “In Zweden is twintig jaar geleden al de keuze gemaakt om het kopen van seks strafbaar te stellen. Jongere generaties kijken daar op een heel andere manier aan tegen het kopen van seks. De gemiddelde koper van seks ís een man van middelbare leeftijd. Zweedse jongeren vinden dat verwerpelijk en niet acceptabel. Dat is een effect dat het Zweedse beleid met zich meebrengt. Naast het feit dat het zeer effectief is in het bestrijden van mensenhandel.”

Van den Berge: “Het klopt dat in officiële rapportages het aantal slachtoffers van mensenhandel laag ligt in Zweden. Maar er zijn ook onderzoeken gedaan door mensenrechtenorganisaties in Zweden en andere landen die het model hebben overgenomen, zoals Ierland en Frankrijk. Daarin rapporteren sekswerkers zelf: ‘Er is enorm veel geweld, alleen durf ik er niet mee naar de politie te gaan’. Daar zit precies mijn angst. Als je het sekswerk criminaliseert, verdwijnen sekswerkers dan niet van de radar?”

Van der Graaf: “Het criminaliseren van sekswerk zouden we absoluut niet moeten doen. Dat is ook precies wat ze in Zweden niet hebben gedaan.”

Van den Berge: “Dat is niet waar.”

Van der Graaf: ”Jawel, in Zweden hebben ze het niet het verkopen, maar het kopen van seks strafbaar gesteld. Dat is wat wij ook bepleiten in Nederland. Wat doe je daarmee? Je stelt de koper verantwoordelijk voor waar hij mee bezig is, en niet de prostituee die het werk moet doen.”

Van den Berge: “Op papier staat inderdaad dat alleen het betalen voor en het aanbieden van seks, het pooierschap, strafbaar zijn gesteld. Maar in de praktijk zien we wel degelijk dat daarmee sekswerk wordt gecriminaliseerd. Sekswerkers in Zweden, Ierland en Frankrijk worden heel gemakkelijk op straat gezet als hun huisbaas erachter komt dat ze sekswerker zijn. Er zijn rechtszaken gevoerd tegen huisbazen, en zelfs tegen huisgenoten, omdat er werd gezegd: dat is wederzijds pooierschap, ze bieden elkaar een ruimte aan. In enquêtes van mensenrechtenorganisaties zeggen sekswerkers: ik moet wel haast doodgaan wil ik de politie bellen.”

Van der Graaf: “De staatssecretaris van justitie heeft beloofd onderzoek te doen. Ik vind dat we moeten gaan voor het Zweedse model. Als uit het onderzoek blijkt dat het inderdaad leidt tot het minste aantal slachtoffers van mensenhandel hoop ik dat ook andere partijen zullen tekenen.”

Er ligt een wetsvoorstel om de prostitutiebranche te gaan reguleren. GroenLinks ziet er weinig in. Maar de ChristenUnie is een voorstander. Hoezo?
Van der Graaf: “Het is een wet die er twintig jaar geleden al had moeten liggen. Die wet gaat onder meer regelen dat de minimumleeftijd voor prostitutie landelijk wordt verhoogd naar 21 jaar. In een aantal grote gemeenten geldt die regel al, maar op andere plaatsen niet. Daar is de minimumleeftijd dus achttien. Dat vergroot de kans dat minderjarigen hierin belanden. Ik ben regelmatig op bezoek geweest bij prostituees en maatschappelijk werkers die met prostituees werken. Daar hoor en zie je de verschrikkelijkste dingen. Soms zijn de meisjes pas dertien jaar. Dertien jaar!”

Van den Berge: “Dit voorbeeld laat toch juist zien dat verbieden niet de oplossing is? Dertienjarigen? Dat is gewoon hartstikke verboden in dit land. Maar het gebeurt, dan moeten we toch iets doen aan de opsporing en niet de oplossing zoeken in nog meer verbieden?”

Van der Graaf: “Natuurlijk moeten we dat doen. We hebben ons in dit regeerakkoord ook ingespannen voor investeringen in de nationale politie en in mensenhandelrechercheurs. Maar vanuit het OM komt ook de roep om deze wet, want die is nodig voor effectievere bestrijding. Bijvoorbeeld omdat de wet ook een pooierverbod regelt. Een pooier is een uitbuiter. Uitbuiting zullen we te allen tijden moeten bestrijden in Nederland. Dat verbaast me zo, dat u dat verdedigt.”

Van den Berge: “Ik verdedig dat toch niet? Ik zeg alleen dat het verbieden van pooierschap niet een oplossing is voor mensenhandel. We zien nu al hoe moeilijk het is voor sekswerkers om legaal aan het werk te gaan. Dat komt omdat we dit beroep niet zien als alle andere beroepen. Daarom moeten ze een vergunning hebben van gemeente. Dat maakt dat vrouwen afhankelijk zijn van constructies waar ze zelf vaak ook helemaal niet in willen zitten. Ik spreek vrouwen die zeggen: ‘Geef mij de vrijheid om gewoon een volwaardig ZZP’er te zijn’. Om me gewoon in te schrijven bij de Kamer van Koophandel, zonder dat ik eerst een gemeenteambtenaar ervan moet overtuigen dat ik er echt zelf voor kies.”

Bron: Trouw.nl