In Amsterdam zien ze de Antwerpse prostitutiebuurt als het grote voorbeeld. Daar is veel minder overlast dan op de Wallen en wordt tenminste nog gevogeld in plaats van alleen maar gelachen en gegrold. De hovaardige Hollandse hoofdstad die zijn rode neonlicht gaat opsteken bij een Belgisch provinciestadje? Patsy Sörensen, de politica die van het Schipperskwartier een aangename werkplaats voor de prostituee maakte, schrikt er niet van. “In Antwerpen is respect.”
De heetste buurt van Amsterdam ligt meer dan ooit onder vuur. Sinds 1 april moeten sekswerkers verplicht de deuren sluiten om 3u ’s nachts in plaats van om 6u ’s ochtends. Vanaf volgende maand mogen geen joints meer gerookt worden in de straten. En dan wil burgemeester Femke Halsema een nieuw erotisch centrum voor een honderdtal sekswerkers nog eens buiten de stadskern zien verschijnen ook. Daardoor zal een groot aantal nog te bepalen ramen van de huidige prostitutiebuurt verdwijnen.
De ingrepen moeten de overlast op de Wallen tegengaan, schrijft de Amsterdamse krant Het Parool, die ook zijn halve voorpagina aan de Antwerpse rosse buurt besteedt. Mede dankzij de zachte wetten voor drugs- en alcohol lokt Amsterdam al jaren een hoeveelheid toeristen waarop de gemiddelde Europese hoofdstad jaloers is. Dat voelen ze ook in de overbekende prostitutiebuurt.
“Sekspretpark”
Halsema wil ergens in het najaar beslissen waar precies het nieuwe sekswalhalla met horeca en entertainment moet komen. Van de acht mogelijke locaties zijn er vandaag nog drie over: één in Amsterdam-Noord en twee in het zuiden, in de buurt van RAI-congrescentrum. Dat laatste is een woongebied met veel gezinnen die niet meteen staan te springen voor een “sekspretpark”. Ze vrezen onder andere dat ook de criminaliteit mee zal verhuizen.
Zelfs het Europees Geneesmiddelenagentschap (EMA) staat op de barricades. De kans bestaat dat de megaseksclub net naast het hoofdkwartier komt. “De verhuis van de Wallen naar een andere locatie werd ingegeven door zorgen over overlast en criminaliteit”, klinkt het bezorgd. “Als het erotisch centrum in de buurt van het gebouw van het EMA wordt gevestigd, zal dat waarschijnlijk dezelfde negatieve gevolgen meebrengen voor de omgeving.”
Ook de sekswerkers zelf zien een andere afwerkplek niet zitten. Op een van de mogelijke locaties buiten het stadscentrum prijkte al een bord met daarop de niet mis te verstane boodschap: neuken doe je op de Wallen. Sekswerkers en sympathisanten trokken al de straat op om te protesteren. “Een erotisch centrum dat van buiten niet duidelijk herkenbaar is, is niet goed voor de inkomsten”, deelt nachtburgemeester Freek Wallagh de bezorgdheid van de sekswerkers.
Villa Tinto
Burgemeester Halsema verwijst tijdens bewonersbijeenkomsten meermaals naar de Antwerpse prostitutiebuurt en het in 2005 geopende megabordeel Villa Tinto als voorbeeld van een erotisch centrum dat werkt. In tegenstelling tot in Amsterdam is het in het Schipperskwartier geen komen en gaan van lallende vrijgezellen. Er wordt veel minder geroepen en getierd en er wordt nog gesekst. Terwijl ze in Amsterdam stilaan meer wandelende plastieken piemels zien dan echte.
Patsy Sörensen, in 1987 een van de oprichters van slachtoffercentrum voor prostituees Payoke, schrikt er niet van dat Amsterdam naar Antwerpen kijkt. “Het Schipperskwartier telde ooit zeventien straten”, zegt de vroegere Antwerpse schepen. “Ook bij ons wilden ze die weg door overlast en criminaliteit. De buurt was een Wilde Westen waar de Russische maffia, de Georgische, de Albanezen en de Kosovaren deden wat ze wilden. Vandaag is de Antwerpse prostitutiewijk een voorbeeld voor de rest van de wereld, voor wie er werkt en moet leven.”
Het geslaagde Antwerpse recept begon volgens Sörensen met een duidelijk plan. “Wat gaan we doen? En dat helder communiceren in overleg met alle actoren: sekswerkers en bewoners. Wij hebben ook duidelijk gesteld dat je geen omelet kunt maken zonder eieren te breken. Ook de sekswerkers met een pand in de Oudemansstraat waren niet gelukkig doordat ze moesten verdwijnen, want dat betekende inkomstenverlies. Maar je moet iets doen om een veilige werkomgeving te creëren voor iedereen. Sommige panden waren helemaal niet brandveilig.”
Volgens Sörensen heeft onze rosse buurt een goeie samenwerking met de politie. “Wie in de prostitutiebuurt wil werken, moet zelf contact opnemen, niet via een tussenpersoon, en dat wordt goed opgevolgd door de plaatselijke politie. Ook René, een Nederlandse verhuurder van tientallen kamers in het Schipperskwartier, prijst die werking. “Er is meer dan in Amsterdam communicatie tussen politie en meisjes. Dat zorgt voor een veilig gevoel.” Met Violett heeft de wijk ook een organisatie die medische en sociale hulp biedt aan sekswerkers. Alles op een zakdoek dus.
Dat in Antwerpen veel minder piemelpakken rondhuppelen, heeft volgens René te maken met het veel massalere toerisme in Amsterdam. “Al wijzen verenigingen als Payoke er intussen ook al 35 jaar op dat sekswerkers geen attractie zijn, maar dat sekswerk voor veel mensen een noodzakelijke job is”, zegt Sörensen. “Ik heb duizenden mannen gesproken en nooit iemand gezegd dat hij niet mag gaan, maar dat hij wel moet betalen en respect moet tonen. Dat heeft gewerkt. In Antwerpen is veel meer respect dan vroeger.”
Bron: gva.be