Als laatste contactberoep mogen ook de sekswerkers weer aan de slag. Maar terwijl raamexploitanten op de Wallen hun ramen lappen, zet Amsterdam steeds meer stappen om sekswerk naar ver buiten de binnenstad te verplaatsen.
Vieze ramen, stoffige bedden en zelfs spinnenwebben. José Gil (69) van het Amstelveense schoonmaakbedrijf EFZO heeft de seksruimtes op de Wallen nog nooit zo vies gezien. Logisch: ze hebben ook nog nooit zo lang leeggestaan. Gils schoonmakers staan de ramen van twee prostitutiepanden in de Amsterdamse binnenstad te lappen. Het wordt een lange dag, zegt hij met zweet op het voorhoofd, want Gil doet vandaag de panden achter zestig ramen, in opdracht van één van de grootste raamexploitanten.
Het is dinsdagochtend, een dag voor de heropening van de sekswerkbranche, het laatste contactberoep dat weer aan de slag mag, dus ook binnen moet alles er spic en span uitzien. Gil laat tevreden één van de schoongemaakte kamers zien, van zo’n twee bij twee meter, met rode muren en een zwart, rubberen bed. “Hier is al een half jaar niets gebeurd.” Nu ruikt het er naar schoon toilet.
De Wallen worden klaargestoomd, zegt Metje Blaak (71), zelf oud-sekswerker en al jaren belangenbehartiger van sekswerkers. Blaak – blauwe zonnebrilglazen, grijs haar, roze lippenstift – neemt Trouw deze ochtend op sleeptouw over de Wallen, inmiddels een omstreden gebied in Amsterdam. Want hoewel exploitanten hun kozijnen deze ochtend in hun mooiste kleur paarsrood schilderen, zit de gemeente Amsterdam na de rust van de pandemie niet meer te wachten op groeiende groepen blowende feesttoeristen. Burgemeester Halsema maakt met steun van de raad plannen om een deel van het sekswerk te verplaatsen naar een ‘erotisch centrum’, ver buiten het centrum, in lijn met andere plannen om de stad terug te geven aan bewoners, zoals een stop op wietverkoop aan toeristen.
Geen keuze
Dit tot grote onvrede van veel raamexploitanten, maar die zijn deze ochtend te druk met het klaarmaken van hun ramen. Zo ook Petra Lindeman (73), die met haar nicht haar vijf ruimtes in orde brengt, die ze verhuurt aan transseksuelen uit Nederland, Spanje en Equador. De nicht, een stevige, blonde vrouw die, anders dan haar keeshondje Boef niet met naam in de krant wil, is blij dat sekswerkers weer aan de slag mogen, maar heeft ook de indruk dat de meesten tijdens de lockdown zijn blijven werken. “Gewoon thuis. Dat mocht niet, maar de 1075 euro Tozo is vaak niet voldoende om van rond te komen. Veel keuze hadden ze niet.”
Raamexploitant Lindeman verwacht niet dat het vanaf vandaag meteen storm loopt. “Veel van onze klanten zijn toerist.” Ze vreest ook dat de sluiting van de horeca om acht uur verhelpt dat er rond en na middernacht nog veel ‘spontane’ klandizie op straat is. En dan is er ook nog het vieze weer. Ze verhuurt de ruimtes tijdelijk voor een verlaagd tarief aan haar sekswerkers, van 70 in plaats van 90 euro voor een dagdeel overdag en 120 in plaats van 150 ’s avonds en ’s nachts. Vandaag komen ‘haar meiden’ hun spullen al brengen. Rubbertjes, glijmiddel. “Peppillen”, grapt Blaak erbij. “Voor de oude gevaccineerde mannen die nu weer kunnen.”
Maar veel ramen zullen nog wel even leeg staan, zegt Cor van Dijk, voorzitter van ondernemersvereniging Biz Burgwallen, met raamexploitanten als grootse ledengroep. “Bij de grootste exploitant, met zestig ramen, zit de helft nu vol, misschien iets meer.” Lastig, zegt Van Dijk, is dat de meeste sekswerkers uit het buitenland komen. Die zijn tijdens de lockdown veelal terug naar huis gegaan. “Nu moeten ze in quarantaine en kunnen ze niet meteen aan de slag.”
Toerisme betekent goede zaken
Op normaal één van de drukste knooppunten van de Wallen moeten de uitbaters van café Old Sailor al maanden wennen aan de coronarust. Al sinds het najaar zijn er geen roepende Britste toeristen meer die een pint komen drinken, zegt barman Mickey Cozijnsen (41), maar buurtbewoners die in alle rust door hun buurt dwalen en soms een biertje to go halen. Cozijnsen is blij dat de sekswerkers weer aan de slag mogen. “Dat betekent meer toerisme. En toerisme betekent goede zaken voor ons.” Het voelt voor hem unheimisch dat hij al maanden ’s ochtends en ’s avonds een speld kan horen vallen in wat normaal misschien wel het drukste uitgaansgebied van Nederland is. Maar, geeft hij toe: “Misschien was het hier voor corona ook wel té druk.”
Is zo’n erotisch centrum ver buiten de binnenstad, met ruimte voor zo’n honderd ramen, bars, een erotisch theater, en een sekshotel, dan een goed idee? De gemeente, nu op zoek naar commerciële partijen met interesse in de bouw van het pand, geeft aan dat het geen vervanging maar een ‘stevig alternatief’ voor de Wallen moet worden. Dat moet leiden tot een sterke vermindering van het aantal ramen in de binnenstad, nu zo’n 280, en tot minder overlast van bezoekers die zich vergapen aan de ramen.
“Als zo’n centrum beter is voor de meiden vind ik het prima”, zegt barman Cozijnsen, “maar dat betwijfel ik.” Net zoals Blaak wijst hij op de geschiedenis van de Wallen, waar eeuwen geleden al prostitutie voor zeevaartlieden plaatsvond. “Ga je dat verplaatsen naar een industrietrein?”, vraagt ook raamexploitant Lindeman zich af. Ja, voor omwonenden kan er nu op vrijdag- en zaterdagavond overlast zijn, geeft haar nicht toe. “Maar je weet waar je gaat wonen.” In haar ogen wil de gemeente van de Wallen een woonwijk voor yuppen maken, in plaats van een bruisend stadsdeel. ”Ik wil over niemand kwaadspreken, maar hier om de hoek wonen nu mensen met basilicumplantjes in hun voortuin. Ga dan lekker op de Veluwe wonen.”
Terwijl Blaak langs dildowinkels en coffeeshops loopt, denkt ze terug aan 1974, het jaar waarin zij hier zelf achter een raam stond. “Dat was prachtig. De vrijheid. Het eigen baas zijn. Dat je de deur kan teruggooien als iemand een grote bek heeft, of dat je gewoon terugscheldt.” Ze herinnert zich hoe de meiden toen voor elkaar klaarstonden, en erkent dat de gouden tijd van de Wallen al lang voor corona is vervlogen. “De sfeer is verhard. Die Oost-Europese meiden doen meer voor hetzelfde geld, de concurrentie is moordend. Mensen helpen elkaar minder.” Daarnaast zijn er problemen met mensenhandel, en worstelen sommige sekswerkers met schulden omdat het huren van een raam duur is, en het aantal klanten onzeker. Veel werk is naar de escort-, thuis- en onlinewereld verplaatst.
In haar tijd zag Blaak al problemen. “Eerst kwamen de provincialen met vrijgezellenfeesten, daarna de Britse hockeyclubs.” Ze vindt zelf ook dat er nu deels een ‘verkeerd soort’ toerisme op de Wallen afkomt: grote hordes die wel kijken en foto’s maken maar veelal geen gebruik maken van het sekswerk. Of een ‘steriel, kil erotisch centrum’ daar de oplossing voor is, betwijfelt ze. Zelf pleit Blaak al langer voor toegangpoortjes rond het gebied, waar alle mensen behalve bewoners vijf euro moeten betalen. “Als je dan wel voor een sekswerker komt, gaat die vijf euro van de prijs af. Of ze doet iets anders terug.”
Bron: Trouw.nl